De buitenplaats Schatzenburg te Dronryp

De bouw van Schatzenburg in 1698 is het initiatief van twee heren, zwagers van elkaar, Herman Huber en Christiaan de Hertoghe. Wie waren zij?

20230909 151649bc Medium
Herman Huber behoorde tot een familie van juristen en officieren. Hij had twee jaar gestudeerd in Franeker, vertrok daarna naar Parijs en promoveerde (1681) in Orleans, Frankrijk. Hij raakte als jurist betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap van koning-stadhouder Willem III (1650-1702) die Johan Willem Friso als enig erfgenaam had aangewezen. Die erfenis werd betwist door twee Duitse vorsten. Herman zat met anderen in Den Haag op Friso te wachten om een akkoord te bespreken toen de prins verdronk in 1711 in het Hollands Diep. Voor de prinses-weduwe bleef Herman nog lang juridisch adviseur. Door haar protectie werd hij burgemeester van Sneek, waardoor hij gedeputeerde kon worden.

Christiaan de Hertoghe (1652-1725) stamde uit een Zuid-Nederlands riddermatig geslacht met takken in Breda, Den Haag en provincie Groningen. Christiaan is van de Haagse tak. In zijn jonge jaren was hij als secretaris van Willem van Haren aanwezig bij de Vrede van Nijmegen (1679) en werd later raad en secretaris van Johan Willem Friso (1687-1711) en na diens dood van de weduwe Maria Louise van Hessen Kassel, Marijke Meu.
Herman Huber en Christaan de Hertoghe kochten in de loop van jaren meer dan twintig stemhebbende plaatsen (boerderijen). Een daarvan Brandsmasate in Dronryp. Daar werd in 1698 het eerste huis werd gebouwd. Dat had meer van een herenkamer bij de boerderij. Dertig jaar later, in 1725, werd de boerderij naar de andere kant van de weg verplaatst en werd het huidige huis gebouwd. Christiaan overleed tijdens de bouw. Het echtpaar Huber liet het huis decoreren naar de mode van hun tijd in een Friese variant van de stijl die Daniel Marot in Nederland introduceerde. Te herkennen aan de trapbalusters, de deuren, het snijwerk in de zaal en de geveltop buiten. De inrichting was rijk door toepassing van kostbare wandkleden en goudleer. Het huis was bestemd voor hun oudste zoon Ulrich Joan Huber, maar die overleed al twee jaar na de oplevering. Dus dat ging niet door. Het vererfde nu naar hun ongetrouwde dochter Agnes Alida onder de verplichting het te legateren aan de zoon van Ulrich Joan. Zij staat in Dronryp bekend als de stichteres van het Gasthuis Vredenhof, een hofje voor ongehuwde vrouwen.

Noch Agnes Alida, noch haar ouders hebben Schatzenburg bewoond. Zij bleven in Leeuwarden wonen en gebruikten Schatzenburg als buitenplaats, vooral in de zomer. In de winter ook wel voor de jacht. Zo nu en dan verhuur aan familieleden.

In 1780 wordt het eigendom van Johannes Lambertus Huber (1750-1826). Hij moderniseert en verfraait het huis. Hij was een fervente patriot en organiseerde en financierde burgerbewapening. Johannes Lambertus maakte uit van de tegenregering in Franeker (zgn. pretense staten). Dat kwam hem duur te staan. Na de inval van de Pruisen in 1787 vluchtte hij naar Amsterdam en vervolgens naar Parijs. Al zijn bezittingen, waaronder Schatzenburg, werden verbeurd verklaard en verkocht. Later, in 1795, claimde hij f 58.000,- schade vergoeding. Die schade werd wel erkend, maar is nooit uitgekeerd.


Verkoop

Schatzenburg werd in 1790 in een openbare veiling verkocht voor f 11.500,- (bijna de helft van de waarde van tien jaar eerder!) aan Cornelis Martinus van Haersma (1729-1795). In 1804 werd Daniel Herman Beucker Andreae en zijn vrouw Catharina Elizabeth Huber eigenaar voor f 18.250,-. Daniel Herman was benoemd tot drost van onder andere Menaldumadeel. Vijf jaar later verkocht hij Schatzenburg aan zijn schoonvader Johannes Lambertus Huber voor f 20.000,-. Deze is maar korte tijd weer eigenaar geweest. Hij kon het financieel niet bolwerken en verkoopt het dan weer.

Vegilin en Quaestius

De buitenplaats wordt in 1813 voor f 24.000,- eigendom van de aangetrouwde Philip Vegilin van Claerbergen en vererfde in 1836 naar de 21-jarige student rechten Assuerus Quaestius. Assuerus (zijn ouderlijk huis was het Princessehof in Leeuwarden) heeft hier vijftig jaar gewoond en liet onder meer de tuin veranderen in een landschappelijke aanleg en bouwde een oranjerie. Als vele andere rijke Friezen verzamelde hij ‘oudheden’ zoals penningen, prenten en rariteiten. Die collecties liet hij na aan het Fries Genootschap en bevinden zich nu in het Fries Museum.
Assuerus was al jong ouderloos en werd begeleid door zijn oom en tante Herman Ulrich en Anskje Wielinga Huber - Vegilin van Claerbergen die op Martenastate in Cornjum woonden. Die state, een groot en zeer oud gebouw, was het voorouderlijk huis van Anskje en werd door Herman Ulrich ‘met Huber geld’ gekocht na het overlijden van zijn zwager Epo Vegilin van Claerbergen. Diens weduwe had te weinig middelen om het in stand te houden en er te blijven wonen. Het moest worden geveild. Sloop van het aloude huis was een haast onontkoombaar lot dat hij door zijn aankoop heeft weten te voorkomen. Herman Ulrich, kinderloos, heeft Martena state gelegateerd aan een Vegilin-neef van zijn vrouw zodat het weer terug in die familie kwam. Uiteindelijk is de state toch ten onder gegaan, maar dat is een ander verhaal.

Gasthuis Vredenhof

Assuerus Quaestius was onder de indruk van dit legaat van zijn oom Herman Ulrich Wielinga Huber. Hij vond dat buitengewoon sympathiek en dat initiatief bracht hem op het idee om zijn Schatzenburg voor sloop te behoeden en weer terug te brengen in de familie Huber. Dat heeft hij slim aangepakt. De kinderloze Assuerus legateerde Schatzenburg met enkele boerderijen aan Gasthuis Vredenhof in Dronryp (gesticht door de eerder genoemde Agnes Alida Huber), waarvan hij wist dat de twee bestuursleden ‘voogden’ altijd nazaten zijn van het echtpaar Huber-de Hertoghe dat Schatzenburg heeft laten bouwen. Hij bepaalde dat Schatzenburg als historische buitenplaats in stand moet blijven en dat de voogden daarvoor behoren te zorgen. En dat is nu nog zo.
Na de dood van Assuerus in 1888 zijn de oranjerie, de stallen en het koetshuis wegens bouwvalligheid gesloopt. Ondanks zorgvuldig beheer was in 1980 een grote constructieve restauratie noodzakelijk geworden. In 2002 volgde het interieur van het huis, in 2006 de reconstructie van de historische tuinaanleg en in 2014 de nieuwbouw van de oranjerie.

Willem Poerink,
vz. Stichting Gasthuis Vredenhof

Dronryp, zomer 2021

 

20230909 151723bc Medium 20230909 152109bc Medium 20230909 152352bc Medium 
 20230909 152427bc Medium  20230909 152912bc Medium  20230909 153220bc Medium

 Foto's www.menaldumdorp.nl - 9 september 2023

Schatzenburg 20230820 121855 Large

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.