De Rûpelbank:

Was het vlas op het veld zover na gerijpt dat het verdere bewerking kon ondergaan, dan verschenen "roepelbank" (repelbank) en "roepelkleed" ten tonele. Een "roepelkleed" van normale grootte was 10 bij 12 el groot. Zo'n kleed werd op het land uitgespreid en daarop konden twee, hoogstens drie repelbanken een plaats vinden. Handvol na handvol passeren de "st?ken" (tegen elkaar geplaatste schoven vlas) de "roepel" (repel, dat is de ijzeren kam die op de repelbank staat) om de "flaeksknoppen" (zaaddozen) van de halmen te scheiden. Dit repelen was gewoonlijk het werk van de mannen, alhoewel bij enkele voorkomende gelegenheden ook wel eens een vrouw de plaats van een man innam, al hoe weinig men ook van emancipatie afwist.
De mannen droegen bij het repelen meestal een aardappel zak om hun lichaam, die moest dienen als bescherming van de kleren, die anders van de harde wortels van het vlas nog al te lijden zouden hebben.

(c) 2005 Documentatie Menaam


 

 

[dit artikel delen op]





Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.